Een acteur die zijn moordenaarsrol in ,Diamonds are forever’ met plezier speelt
Van onze verslaggever ALE VAN DIJK
AMSTERDAM — Hoe wordt een jazz-musicus plotseling gedurende drie maanden filmster? En dan nóg wel naast iemand als James Bond? Patrick Putter Smith (30), tot voor kort eenvoudig jazz-bassist te Los Angeles, kan er alles over vertellen. Hij doet dat ook graag. Want er zullen weinig mensen zijn, die op het ogenblik zoveel plezier in het leven hebben als Patrick. En tóch speelt hij de rol van een afgrijselijke moordenaar in de zevende James Bondfilm „Diamonds are forever”.
Wint (Bruce Glover) en Kidd (Patrick Putter Smith, met bril), het moordzuchtige tweetal dat voortdurend James Bond op de hielen zit. |
‘Man,’ zegt Patrick tijdens een korte filmpauze op de Magere Brug in Amsterdam, ‘man, ik heb er destijds drie nachten niet van kunnen slapen. De nacht vóór de proefopname had ik last van de verschrikkelijkste nachtmerries. Badend in het zweet werd ik wakker’, ’t Gebeurde volgens Patrick op een avond in maart. Hij zat in een bekende jazzclub te Los Angelos, Shelly’s Manne-Hole, bas te spelen in het jazz-orkest van de befaamde Thelonius Monk. Onder de mensen, die luisterden, bevond zich (zo bleek later) Guy Hamelton, de regisseur van ondermeer ‘Goldfinger’.
‘Ik kende die man helemaal niet’, zegt Patrick: ‘Tijdens een korte pauze kwam hij naar mij toe en stelde zich voor als Engels filmregisseur. Hij voeg me of ik zin had om een proefopname te maken. Hij vond mij juist het type voor een moordenaar, dat hij zocht.
De vriendelijke oogjes van Patrick glinsteren achter zijn brilleglazen. Hij neemt zijn blauwe petje af. Zijn schedel is nagenoeg kaal, terwijl toch lange, blonde haren tot op zijn schouders slieren.
Patrick: ‘Ik was in een soort shock-toestand. Ik acteur? Ik, die nooit een woord had gesproken, dat door iemand anders was geschreven? Ik, die nog nooit zelfs een nummer van een orkest bij het publiek had aangekondigd? Ik, dat bedeesde mannetje?’
Met knikkende knieën doorstond Patrick een paar dagen later zijn filmtest. ‘Geschikt’, luidde het oordeel van Guy Hamilton. Begin april begonnen in Londen opnamen voor Patrick, die nog nooit buiten Amerika was geweest. Plotseling kwam hij voor filmcamera’s in Las Vegas, Afrika, Frankrijk, Amsterdam en Engelse kustplaatsen.
‘Deze drie maanden zijn in de muziek tóch altijd een slappe tijd’, zegt Patrick, getrouwd met een actrice (in 1965) en vader van Minerva (6) en Lambert (5): „Natuurlijk blijf ik musicus. Maar zoiets kan je toch niet laten schieten? Ik verdien hier meer mee dan met een paar jaar musiceren. Bovendien vind ik dit een machtige ervaring. Zo ben je niets en zo sta je in dezelfde scènes met sterren als Sean Connery, Jill St. John, Lana Wood en Bruce Cabot’.
Patrick is enthousiast over Europa. Na afloop van alle opnamen laat hij zijn hele familie naar Europa overkomen. ‘Ik wil hier mijn vakantie houden. Man, ik zou hier ook graag muziek maken. Maar ik heb een gezin en dan valt er voor een jazz-musicus niet zoveel te verdienen als in de States’.
Dan moet Patrick van regisseur Hamilton een korte scène spelen. Hij moet met een oud Amerikaans dametje aan de Amstel vragen of ze fotootjes maakt. Het antwoord is „ja”. Dan zeg ik :,,Nou, leuke fotootjes voor uw kinderen en kleinkinderen, hè”, zegt Patrick: „Meer heb ik in Amsterdam niet te zeggen. De rest bestaat uit acties. Ik moet hierheen hollen en daar staan. Met James Bond praten we bijna niet. Die ruikt ons op honderden meters afstand al”.
Patrick vertelt, dat hij in 1941 als zoon van een banketbakker in Huntington Park, Californië, geboren is. Hij studeerde muziek en in 1958 ging hij als bassist' (ook een broer koos dit instrument) in nachtclubs werken. Hij studeerde ook nog een jaar aan het Los Angeles City College, maar daarna sloot hij zich aan bij het jazzorkest van Johnny Hamlin.
Hij begeleidde sindsdien onopvallend in jazz-orkestjes sterren als Billy Eckstine, Johnny Mathis, Anita O’Day, Burt Barcharach, Don Randi en Marlene Dietrich, die nog elk jaar een keer in Los Angeles optreedt. Hij speelde mee in orkestjes, die achtergrondmuziek voor films en tv-produkties maakten. Hij speelde mee voor grammofoonplaten. „Nee, ik trad nooit op de voorgrond”, lacht Patrick bescheiden:, Man daarom was ik er zo ondersteboven van, dat ik plotseling deze kans kreeg”.
De tweede zware jongen in deze Bondfilm, Bruce Glover, loopt al 22 jaar in allerlei rollen in films en tv-thrillers mee: „Patrick is een fijne man. Kijk, de manier van acteren voor film gaat steeds meer natuurlijker worden. Vandaar dat regisseurs er steeds meer toe overgaan mensen in hoofdrollen te kiezen, die nog nooit voor filmcamera’s hebben gestaan.”
Het Vrije Volk, 6 juli 1971